Financiën

Financieel meerjarenperspectief

Financieel meerjarenperspectief

In november 2020 heeft u de meerjarenbegroting 2021-2024 vastgesteld. Inclusief de effecten van de Septembercirculaire 2020 was er sprake van een sluitende meerjarenbegroting. De jaren 2021 en 2022 lieten nog een tekort zien en 2023 en 2024 een overschot. De tabel hieronder toont de geactualiseerde meerjarenbegroting.

2022   

2023   

2024   

2025   

Saldo MJB 2021-2024  

      -187

          7

       369

        817

Septembercirculaire 2020  

       131

       120

       195

        195

Subtotaal saldo MJB

        -56

       127

       564

      1.012

Autonome ontwikkelingen   

          13

        401

        193

       -110

Doorwerking 1e tussentijdse rapportage 2021

          76

          53

          53

          53

Subtotaal saldo MJB

          33

        582

        811

        956

Actualisatie bestaand beleid

       -190

       -418

       -412

       -384

Voorgestelde dekking

             52

             61

             61

             61

Subtotaal saldo MJB

       -104

        224

        459

        632

Nieuwe voorstellen

       -340

       -290

       -280

       -285

Voorgestelde dekking

             76

             76

             61

             61

Saldo MJB 2022-2025

       -368

          10

        240

        408

De Programmabegroting 2021 is de uitgangspositie van de Kadernota. Vervolgens zijn de gevolgen van de septembercirculaire verwerkt in het saldo Meerjarenbegroting. Een toelichting op de autonome ontwikkelingen is opgenomen in het hoofdstuk Verdieping financiën . Ook de doorwerking van de 1 e tussentijdse rapportage 2021 is verwerkt in het saldo. Een uitsplitsing van de ontwikkelingen uit deze rapportage is opgenomen in bijlage II . Vervolgens zijn de voorstellen voor de actualisatie van bestaand beleid en nieuwe voorstellen opgenomen in het meerjarenperspectief. Een toelichting op deze voorstellen is opgenomen in het hierop volgende hoofdstuk Voorstellen met financiële consequenties . Door akkoord te gaan met deze voorstellen is er in het eerste jaar van de meerjarenbegroting een tekort. Vanaf 2023 is er een positief saldo en is er sprake van een sluitende meerjarenbegroting.

In dit saldo gaan we ervan uit dat de jeugdmiddelen die we van het Rijk ontvangen (ruim 7 ton) structureel worden. Deze zijn momenteel echter slechts incidenteel toegezegd. Meer hierover is opgenomen in het hoofdstuk Paragrafen onder financiële risico’s. Ook het effect van de meicirculaire is in dit saldo nog niet verwerkt. De meicirculaire heeft naar verwachting vanaf 2023 een (significant) negatief effect op het saldo meerjarenbegroting.

Daarnaast is er een drietal voorstellen waarvan de financiële consequenties ten tijde van de kadernota nog niet volledig duidelijk zijn. Het gaat hierbij om:

  1. Lokale Adaptatiestrategie en Uitvoeringsagenda
  2. Voortzetting NEXTgarden
  3. Accommodatieplannen Gendt/Huissen en gemeentelijke gebouwen

Een toelichting hierop is opgenomen in het hoofdstuk Verdieping financiën. De financiële consequenties van bovenstaande worden tussen de kadernota en de begroting verder uitgewerkt en in de Begroting 2022 opgenomen. Het is de verwachting dat deze voorstellen en de effecten van de meicirculaire nog een significant nadelig effect op het saldo meerjarenbegroting zullen hebben. Dit betekent voor ons ook de opgave om tussen de kadernota en de begroting te zoeken naar dekking om een sluitende meerjarenbegroting te kunnen presenteren. We zullen hierbij in eerste instantie de dekking zoeken door:

  • te bezuinigen op beïnvloedbare programmabudgetten;
  • het creëren van budgettaire ruimte door het verschuiven van projecten in het investeringsplan naar latere jaren;
  • de inzet van de algemene reserve voor incidentele dekking.
Deze pagina is gebouwd op 06/15/2021 12:41:59 met de export van 06/15/2021 12:35:26